Storm

Vorige week begon met een tornado en eindigde met een storm. Nadat ik het telefoontje had gehad dat het niet goed ging met een van de tweelingmeisjes en ik met de snelheid van een tornado naar de huisarts racete, werd het een onstuimige week.

Gelukkig kwam dochterlief weer snel bij en konden we met een keihard krijsend kindje van de huisartsenpraktijk naar huis. Ze had natuurlijk niet zomaar een koortsstuip gehad. De zesde ziekte volgde. Dus dat werd zorgen, niet slapen en afwegen wat ik die week zou afzeggen en opgeven. Omdat we thuis een kopietje hebben van het ene meisje, sluimerde de angst voor een koortsstuip bij het andere meisje. Dit is niet bevorderlijk voor die paar uur nachtrust die overblijven.

Gelukkig kreeg de andere dochter langzamer hoge koorts en daardoor ebde de angst voor een stuip weg. Nu zaten we alleen nog maar met twee zieke kinderen. De meiden krijgen het bij alles (ziekte, extreme vreugde, buitenspelen, bezoek, teleurstellingen over het niet mogen vasthouden van gevaarlijke voorwerpen) benauwd. Inmiddels zijn we daar, in hoeverre dat mogelijk is, aan gewend. We trekken een la open en daar komen de neussprays, vernevelaars, zetpillen, crèmes en flesjes tevoorschijn.

Met manlief maak ik een zorgrooster. Wie doet welke nacht, wie zegt wanneer een afspraak af en wie blijft wanneer thuis van werk. Het is zo’n week waarin ik mij verscheurd voel omdat ik elke keer iemand in de steek laat. Als ik werk, dan laat ik thuis in de steek en als ik thuis ben dan kom ik mijn verantwoordelijkheden niet na die horen bij het krijgen van salaris. Dat halve gevoel in combinatie met slaapgebrek en bezorgdheid zorgt er altijd voor dat ik emotioneel alle kanten opwaai.

In zo’n week gebeurt er ook van alles waar ik emotioneel incontinent van word. Zo viel mijn buurmeisje van de fiets en bracht ik haar even met de auto verder naar school. Een nuchtere vader kwam me in de gang voorbij en vroeg: ‘Heb je nu ook nog een kind aangereden?’

Niet goed in deze toestand.

Op donderdag zwelt ook de storm aan. Code rood. Knipperende lampen, buigende bomen, rillende ramen, briesende ventilatieroosters en hyperventilerende leerlingen. Zelf zat ik heel cool te doen. ‘Welnee joh, als een raam meebeweegt, dan knapt het niet, echt niet,..’

Als kers op de taart vergeet ik in mijn warrige toestand een lesuur en dat ontdek ik natuurlijk als ik tussen mijn leidinggevende en de rector in zit. Hoezo een beetje labiel?

Op weg naar huis zie ik de chaos die de storm heeft aangericht. Een takken-bende, versperde wegen en ontpande daken.

En daar was de omgevallen boom.

Een reus, zijn doorweekte voeten staken omhoog, zijn takken dichter op elkaar alsof hij zichzelf nog wilde beschermen tijdens zijn val. Gevallen op een grote groene deken. Het bordje waarop de weg naar de kinderboerderij staat vermeld nog stevig vastgeklemd in zijn grote knoesten. Omgevallen omdat zijn basis verweekt was. Ik voelde een naïeve neiging om de boom te knuffelen  en terug op de been te duwen. Ik voelde een verdriet alsof ik afscheid nam van een goede vriend.

Op vrijdag vertelt een leerling dat ze een prachtig persoonlijk cadeau heeft gekregen voor haar achttiende verjaardag van haar overleden moeder. Nu moest ik ook nog huilen voor de klas.

Ook niet goed in deze toestand.

Gelukkig wuiven we op zaterdag de koorts uit en kunnen we de warrige labiele toestanden er snel achteraan sturen,…

Stilte voor de volgende storm.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *