Oh nee, twee!

In een appje dat ik drie jaar geleden aan een vriendin stuurde, stond de volgende tekst: ‘Maar ik ben zo bang dat als ik voor nummer twee ga, nummer drie meteen meekomt.’

Karma of intuïtie?

Ik vond de impact van één schepseltje dat mij dag en nacht nodig had groot en heb best wel eens gedacht dat ik er gelukkig maar eentje had gebaard. Onze eerste, inmiddels bijna een kleuter, was namelijk niet zo van het slapen. Overdag sliep ie niet en ’s nachts ging hij het klokje niet helemaal rond. Na zijn eerste anderhalf jaar waren we, op z’n zachtst gezegd, nogal moe.

Hoewel ik zelf nog niet echt bezig was met de vraag of ons kindje nog een broertje of zusje zou krijgen, vond de omgeving het wel nodig om zich op die vraag te concentreren. Ik werd zelfs al een paar keer gefeliciteerd met mijn nieuwe zwangerschap. Ik had nog een buikje over van de eerste keer (hield dat overigens keurig zelf in stand) en naar maatschappelijke maatstaven was het blijkbaar tijd voor nummer twee.

Toen ons peutertje eindelijk overdag ging slapen en ’s ochtends niet meer eerder dan de haan wakker werd, werd de wens voor een tweede kindje geboren.

Een paar maanden later dacht ik: ‘Wat ben ik toch moe’. Een paar dagen later dacht ik: ‘Humzz, ohoh, oh jeetje’ (echt waar, zinnigere gedachten kwamen niet in mij op) en een paar uur later nam ik een zwangerschapstest in gebruik. Na een paar minuten hield ik het resultaat onder onze felste lamp en een paar seconden later dacht ik ‘ik zie wat, ik zie wat, ik zie wat,….’.

Snel werd ik kortademig en het duurde ook niet lang voordat ik voor het eerst heel erg misselijk was (tijdens de eerste zwangerschap vond ik al dat gebraak van zwangerschapsgenoten wat overdreven). En toen schreeuwde mijn intuïtie in ene: ‘TWEEEEE, het zijn er TWEE!!!’

Vlak voor het bezoek aan de verloskundige vertelde ik mijn leidinggevende, dat ik ervan overtuigd was dat er twee mensjes in mijn buik groeiden. ‘Ach, elke zwangerschap is anders,…’

Tijdens het bezoek aan de verloskundige zei ik ook dat ik zwanger was van een tweeling en ook zij reageerde met: ‘Elke zwangerschap is anders.’ Ze vroeg ook nog: ‘En als het er twee zijn? Is dat wenselijk?’ Ons antwoord was luid, duidelijk en eenduidig: ‘NEE.’

Ze zette het echoapparaat op mijn buik en had meteen goed beeld. Met een rood hoofd keek ze me aan en mompelde iets van: ‘uhm, ik zie er echt twee.’

Ik kon nog net reageren: ‘Dat zei ik toch!’

En toen ging ik los. Wat een liefde voor die twee knipperlichtjes, wat een bezorgdheid over deze zwangerschap, wat een angst voor de toekomst, wat een geluk dat ik twee kindjes krijg, wat knap dat mijn lichaam dat kan maken, wat bijzonder dat het er twee zijn, haha ik had een ei met een meervoudige persoonlijkheidsstoornis, <vloek> dit wordt een zware zwangerschap, <vloek> nu moeten we alles opnieuw kopen (in tweevoud), <Vloek> we hebben gisteren een nieuwe auto gekocht, <vloek> zal ik ooit weer slapen, wauw het zijn er twee, <vloek> peuterpuberteit in het kwadraat, hoera ik krijg er nog twee bij, ik ben verliefd, verrukt en verwonderd.

En dat ongeveer in 2 seconden.

Trillen, huilen, schudden, lachen

Na alle risico’s te hebben doorgenomen (en die waren pittig) fluisterde mijn intuïtie: ‘Dit blijft goed gaan en, oh ja, het zijn meisjes.’

En wauw, wat een geluk, ze had gelijk!