Sluitertijd

Vroeger, toen ik het ouderschap alleen nog kende vanuit het perspectief van een kind, dacht ik dat het hebben van een gezin louter  uitbreiding van gezelligheid en familie zou zijn. Ik kende gezinsfoto’s uit de Libelle en Margriet en ik zag buiten mijn eigen huis ook alleen maar gezinnen waarbij alles op rolletjes liep.

Nu ben ik onderweg naar volwassenheid iets minder naïef geworden maar de plaatjes van hoe een gezin eruit hoort te zien, ben ik niet vergeten.

Soms waag ik mij in mijn uppie met drie kinderen in een winkel, speeltuin, kapper of gelijksoortige jungle en dan krijg ik soms te horen: ‘Je hebt het allemaal goed in de hand.’ Mijn antwoord is dan meestal in de trant van: ‘Ik ben blij dat je er intrapt want daar is veel voorbereiding voor nodig,..’

Heel af en toe heb ik het op orde. Als we aangekondigd bezoek krijgen dan ben ik best lang bezig om er een ‘Libelle-plaatje’ van te maken en voor heel eventjes lukt dat. Als de deurbel gaat, trap ik onderweg naar de deur nog wat zaken onder bank en ik ren ook vaak genoeg nog even snel met een billendoekje, mouw of snoetepoetser langs een vies plekje op weg naar de deur.

Ik heb mij desondanks best vaak ongelukkig gevoeld omdat ik niet bij machte was aan het ‘Libelle-plaatje’ te voldoen. De plaatjes rijmden namelijk nogal niet met de werkelijkheid.

Kindertjes zitten met hun bakje fruit aan tafel gezellig te kletsen.

Werkelijkheid:         Kindertjes rennen van de tafel weg met bakje half  afgekloven appeltjes dat ze midden in de kamer omkeren met de mededeling dat het fruit op is.

Iemand belt aan en tuurt door het voordeurraampje en ziet heerlijk knutselende kinderen.

Werkelijkheid:             Iemand belt aan en ziet door het voordeurraampje drie kindertjes die om hun mama heen staan en een heftige discussie voeren of mama aan het plassen of poepen is.

Een hippe mama met stralend witte kleren, dikke bos haar, prachtig decolleté en dito figuur.

Werkelijkheid:    Een wannabe hippe mama met minstens één vlek op haar kleren, een kind dat de kleren uit model trekt, een decolleté dat bestaat uit opgerolde, failliet verklaarde melkfabrieken in een push up-bh, een figuur dat met een degelijke onderbroek een beetje in toom wordt gehouden en uitgevallen (nest)haar dat niet meer terugkomt. (Inmiddels is mij verteld dat de ‘mama’s’  van het Libelle-plaatje over het algemeen nog geen enkel kind op de wereld hebben gezet.)

Kinderen die met een hemels blik naar de groenten in de supermarkt kijken.

Werkelijkheid:    Kleuter racet en botst met zijn miniboodschappenkar tegen alles en iedereen aan. Tweeling peuters sleuren van twee kanten alles hun buggy binnen, we komen lastig langs het schap met de ijsjes en het schap met het snoep vermijd ik al. Speelgoed heeft een grotere aantrekkingskracht dan groenten en er wordt door de kleuter luid en duidelijk verkondigd dat hij nooooooooiiiiit wat krijgt en dat hij bovendien net een hele dikke oma met een dikke billen en een vieze pukkel bij de onderbroeken zag staan (en dan vertel ik nu nog niet welke andere lichaamsdelen worden besproken).

Mama zit gezellig met alle kindertjes op de bank en leest een boekje voor. Kindertjes zitten aandachtig te luisteren.

Werkelijkheid:    Peuter 1 komt met een boekje aanzetten. Mama gaat met die peuter op de bank zitten om het boekje voor te lezen. Peuter 2 springt er naast op de bank en wil het boekje ook nader inspecteren dus trekt het uit mama’s handen. Mama kan dus niet meer verder lezen en peuter 1 is over haar toeren omdat het voorleesfeest is opgehouden. Kleuter vindt zichzelf eigenlijk te groot voor het verhaal maar schaart zich toch in de buurt om niks te hoeven missen. Kleuter wordt ook boos als peuter 2 het boek wegtrekt en gooit wat hij op dat moment in zijn handen heeft richting zus. Mama zit op boekloos op de bank en ergens binnen een straal van een meter zitten, hangen of staan drie blèrende kindertjes.

Keurig geklede kindertjes in een keurig opgeruimde en goed gestylde huiskamer.

Werkelijkheid:    Kleuter heeft z’n broek uitgetrokken want hij wil even in z’n blote billen rennen. Peutermeisjes zagen er eventjes schattig uit met hun staartjes en jurkjes maar hebben inmiddels hun elastiekjes uitgetrokken waardoor ze een coupe met twee rechtopstaande plukken hebben. Bovendien hebben ze het altijd binnen vijf minuten voor elkaar om een vlek of gat te maken. Dit alles rent, schopt en vliegt door een kamer met een ratjetoe van stijlen. Ik ren daar dan weer hard achteraan om zoveel mogelijk terug in zakken en bakken te gooien.

 Er zit een gezin aan tafel voor het avondeten. Iedereen smult van zijn eigen bord en we zien geanimeerde gesprekken.

Werkelijkheid:    Manlief en ik schuiven zo snel mogelijk ons eten naar binnen (binnen is immers binnen) en commanderen de kleuter hoeveel happen hij moet nemen voordat hij zijn toetje heeft verdiend en proberen de schade van rondvliegende eten en soms zelfs borden van de peuters te beperken en het spul daarnaast nog tafelmanieren bij te brengen. Ondertussen proberen manlief en ik elkaar nog wat dagelijkse dingen te vertellen, maar een verhaal komt nooit meer tot de clou. Gezellige schoolverhalen van kleuter krijgen wij ook niet, want hij weigert iets te vertellen over zijn dag (what happens at school, stays at school).

Dat neemt niet weg dat we heel leuke momenten hebben met ons prachtige en gezonde gezin. Het leven bestaat alleen niet uit de illusie van de ‘Libelle-plaatjes’ en is al helemaal niet zo geluidloos als het plaatje.

Toch zijn er momentjes die voldoen aan het perfecte plaatje en daar maak ik dan een ‘mental picture’ van voor in het gezinsalbum in mijn hoofd.

Perfectie duurt zo lang als sluitertijd

Niet mijn feestje

De elfde van de elfde, het feest van sint Maarten, de start van carnaval en de verjaardag van mijn vader. Het zijn feestjes die ik niet (meer) vier. Maar elke dag is een feestje waard, want ik heb (bijna) alles waar ik vroeger van droomde.

Ik heb een baan waarin ik mijn ei kwijt kan en waar ik enorm veel plezier aan beleef, ik heb een huis, meerdere bomen, meerdere beestjes, vrienden en last but zeker not least, ik heb mijn manlief en drie van gezondheid blakende, lieve kinderen.

Wat ik vroeger niet bij deze droom gedroomd heb, is dat je met al die rijkdom ontzettend veel tijd kwijt bent. En dat je je daardoor op alle fronten met heel veel geduld moet haasten.

Dat uitvoeren van die ontzettend leuke baan, dat lukt praktisch nog wel. Op de werkdagochtenden racen we via slaapkamer, badkamer en keuken naar de autozitjes en chauffeur ik kleuterlief naar school, tweeling naar het kinderdagverblijf en mezelf naar mijn werk. Daar sta ik, als alles meezit, drie minuten voor het startsein bij de koffieautomaat.

Mijn huis, mooier zelfs dan in mijn dromen, is solide maar houdt zich niet zelf schoon. Nu doe ik mijn best, maar waar ik vroeger met een emmer schoonmaakmiddelen door het huis racete, durf ik nu alleen met een vochtig doekje hier en daar wat af te nemen. Ik heb geen acute schoonmaakmiddelfobie maar wel twee dreumesen die alles oraal verkennen. De stofzuiger wordt aangeduwd en tegengehouden door diezelfde dreumesen waardoor we in een soort file door het huis schuifelen.

En dan die tuin, met bijbehorende bomen en beestjes, die vergt nogal wat onderhoud. Nu hebben we het geluk dat zich daar iemand anders om bekommert. Om dat zo te houden moet ik wel blijven werken, dus het kost indirect toch weer tijd.

En vrienden: momenteel droom ik vooral over ze, want feestjes vieren we weinig samen. Als ik dan eindelijk de moed heb opgevat om de was de was te laten, goedbedoeld advies te incasseren, iedereen in te pakken en op pad te gaan, ben ik niet de meest spraakzame persoon. Ik ben of achter drie kinderen aan aan het rennen of ik zit stil te genieten van dat ik even niks moet. En dan moet dat bezoek ook nog eens tussen fruithap, goddelijk lange middagdut en ‘met de pot mee-eten’ door gepland worden. Daarnaast waren wij wat laat met de kinders, dus niemand is meer ingesteld op alleseters met plakvingers. Tel daar mijn remmende rij-angst bij op en dan snap je dat ik niet erg ver kom.

Ik vier tegenwoordig feestjes in eigen huis en tuin, met manlief, een kleuter en twee dreumesen tijdens hele lange weekenden. Het feest begint om zeven uur ’s ochtends, we dansen op ‘klap eens in je handjes’, we snacken rijstwafeltjes en drinken ons dronken aan de ranja.

Omdat elke dag een feestje waard is. Zeker de elfde van de elfde.