Zwembandjes

De ‘voorpret’ van onze zomervakantie begon voor ons doen heel vroeg. In oktober 2019 hadden we een huisje geboekt op een zeer kindvriendelijk park met zwembad, binnenspeeltuin, buitenbadje, bos en ruimte. Dat vroege boeken doen we anders nooit, meestal boeken we last minute, maar dit was te mooi om onszelf niet alvast van een plekje te vergewissen.

Daarna kon de voorstress beginnen. Corona kwam als eerste reminder aan onze boeking. Was het verstandig om over de grens te gaan (jaja, wel 30 kilometer over de grens in België), waren de faciliteiten wel geopend? Waren de bezienswaardigheden in de buurt wel te bezichtigen? 

De maatregelen werden steeds meer versoepeld, dus we annuleerden niet en bleven voornemens om op vakantie te gaan. Toen kwam de mondkapjesplicht, maar ja, te laat om te annuleren, dus mondkapjes gekocht en op de inpakberg gelegd.

Dat is natuurlijk deel twee van de voorstress: het inpakken. Eerst heb ik een studie gemaakt van alle inpaklijstjes op internet. Van Libelle tot Flair tot ANWB. Daar heb ik een lijst uit samengesteld die wel toereikend leek voor een gezin met twee volwassenen en drie kinderen die in een gebied op vakantie gaan waar het kan vriezen en dooien. Alles op de lijst bleek in huis te zijn, dus ik had helaas geen heel goed internetshopexcuus. Daarna ben ik als een hamster dagenlang spullen gaan verzamelen.

De vakantie naderde en we wilden niet twee weken weg terwijl de koelkast gevuld was met verse producten. We gingen dus over op het leegeten van de voorraadkast. Die voorraadkast bestaat uiteraard uit veel pakjes en zakjes en heeeeeel veel vet en koolhydraten. Maar ja, wat moet dat moet. Het opeten hielp wel een beetje tegen de voorstress.

Toen we eenmaal op weg waren, kon de voorpret beginnen. Daar hoort natuurlijk een lekker dropje, zuurtje, koekje en pakje drinken bij. 

Het huisje was leuk en schoon en het park zag er verzorgd uit. We hadden onze tijdelijke koelkast natuurlijk nog niet gevuld, dus aten we in de overdekte speeltuin. Daar was niks anders te verkrijgen dan lekkere Belgische frituur. Ik blij,… manlief minder blij.

De volgende dag verkenden we de buurt en gingen we getooid met een Achterhoeks mondmasker de supermarkt binnen. Zoals altijd was het even wennen, want wat is er te koop en waar staan alle vertrouwde spulletjes? Om ons er zeker van te stellen dat we geen heimwee kregen, kochten we natuurlijk lekkers voor bij de koffie, lekkers voor bij de thee, lekkers voor bij het eten en lekkers voor bij een spelletje in. 

Daarna moesten we zo snel mogelijk naar het zwembad, want dat was een van de doorslaggevende redenen geweest om juist daar te boeken. Zoonlief heeft al een tijdje zijn zwemdiploma, dus na een eerste gezamenlijke verkenning, redde hij zich wel. Onze tweeling heeft nog geen enkele diploma en moet dus ingepakt worden in veel plastic met lucht. Zwembandjes om de armen waren een noodzaak en de zwemband om hun middel was noodzakelijk voor de lol en voor naar eigen zeggen om zo heerlijk mee kunnen plonzen.

Op de inpaklijst stond voor mama zowel bikini als badpak. In eerste instantie had ik mijn bikini aangetrokken, maar een snelle blik in de wazige badkamer spiegel deed mij beseffen dat ik mij daar niet fijn in zou gaan voelen. Uiteindelijk heb ik dus gekozen om mijn corrigerende badpak aan te trekken. Het echte voordeel daarvan is, zo hield ik mij voor, dat zo’n pak glijbaanproof is. Voor mij geen schuivende bovenstukjes en vliegende broekjes.

Wat ik ook zag in die badkamerspiegel was een zwemband. Niet van plastic, misschien een beetje van lucht, maar vooral van vet en water. De band was niet in de vorm van een leuke eend, zoals de tweeling die heeft, maar rond in de vorm van blubber en zwangerschapsstriae. Jaja, ik heb er een prachtige een- en tweepersoonsvakantiewoning in gehad hoor, die bescherming heeft geboden aan ontluikend leven, maar nu mijn buik weer alleen van mij is, heb ik geen courant excuus meer voor blubberitis. Manlief is te slim om mijn klaagzang te bevestigen, maar te eerlijk om ‘m te ontkennen, hij geeft een loos antwoord en ik en mijn zwemband zijn weer op elkaar aangewezen.

In het zwembad zit, drijf, spring en verstop ik mij in een lekker warm badje met water tot kruishoogte waar de tweeling urenlang aan het zwemmen, duiken en plonzen is. Ik doe vergelijkend onderzoek met alle vrouwen die voorbij komen. Oh, pfff, ik ben niet de enige die blubbert, misschien had ik toch best in een bikini kunnen verschijnen, ik heb toch mijn levende blubberexcuusjes bij mij, oh, zie je wel, sommigen zijn nog vetter dan ik, misschien valt het bij mij wel mee, oh kak, daar heb je weer zo’n killerbody, zie je, daar kijkt iedereen bewonderend naar, plat en strak, blij met mijn corrigerende badpak, maar daar krijg je geen waarderende blikken mee, zij is dunner, zij is dikker, zij heeft een gek figuur, zij is prachtig,…. Dat is dus wat ik denk. Het waardeoordeel dat ik daaraan vastknoop betreft alleen mijzelf overigens. Mijn onderzoeksresultaat is dat ik gemiddeld ben, met ingebouwde zwemband. 

Ik voel mij daar niet fijn bij en ik vraag mij af of al die andere vrouwen dan wel allemaal zo relaxt in een zwembad rondlopen?

Het was een heerlijke (letterlijk en figuurlijk) vakantie hoor, ik heb echt genoten en we hebben met ons vijven heel leuke dingen gedaan. Maar die geïntegreerde zwemband hoop ik toch weer kwijt te raken, want die knelt. Misschien ga ik in Nederland preventief een mondkapje dragen,… 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *